Watersnood, de Ramp in Tholen
Ook de eilanden Sint Philipsland en Tholen werden hard getroffen door de Ramp van 1953. Die watersnoodramp drukte een flinke stempel op de algemene geschiedenis van Zeeland. Ruim de helft van het grondgebied werd door het zeewater overstroomd. In het nog zwaarder getroffen Stavenisse vielen zelfs 153 doden en was de materiële schade enorm. Het monument “Het Zeemonster” – een beeldhouwwerk van een vis gemaakt door de Amsterdamse beeldhouwer Gerrit Bolhuis – dient als een herinnering aan de verschrikkelijke watervloed. Het beeld bevindt zich aan de Provincialeweg tussen Sint-Maartensdijk en Stavenisse.
Na de watersnoodramp begon men met het herinrichten van het landschap. De oudste polders aan de zuidkant van het eiland ondergingen zeer ingrijpende veranderingen; wegen werden verlegd en dijken afgegraven. Door de verbetering van de waterlopen en plaatsing van gemalen, daalde de grondwaterstand aanzienlijk.
Hierdoor konden de boeren on de slag op de voormalige weidegebouwen en bloeide de landbouw op. Ook werden er destijds veel populieren aangeplant. Deze zijn de afgelopen jaren grotendeels vervangen door duurzamere bomen zoals essen, walnoten, eiken esdoorns, abelen, linden en wilgen. Het is niet voor niets dat Tholen vaak ’t land van de aoge baomen (het land van de hoge bomen) wordt genoemd.
Meer weten over deze indrukwekkende gebeurtenis?
Bezoek het Watersnoodhuis en het watersnoodmuseum